De telefoon gaat. Binnen in me schreeuwt het: “Nee! Ga weg!”. Toch pak ik het toestel op en kijk ik op het display wie er belt. Eigenlijk weet ik dat al: het is mijn zus.
Sinds ik alleen ben, belt ze mij dagelijks. Eerder spraken we elkaar meestal 2, soms 3 keer per week. Nu belt ze mij elke dag, en elke dag zie ik er tegenop.

Het gesprek verloopt moeizaam, zoals zo vaak tegenwoordig. De vanzelfsprekendheid van voorheen ontbreekt. Ik kan niet uitleggen hoe het me gaat en blijf steken in algemeenheden, in gradaties van ‘niet zo goed’ tot ‘KUT’. Zij wil me graag helpen, steunen, maar dat gaat moeilijk via de telefoon. Of in elk geval komt het bij mij nauwelijks over. Ik hoor haar vragen, haar troostende woorden, maar ik weet me er geen raad mee. Opgelaten slepen we ons zo door het gesprek heen. Ook vandaag kost dit gesprek me meer energie dan dat het oplevert. Gelukkig belt ze morgen weer. Ik kijk er nu al naar uit.
Ervaring uit 2017